Pagina's

zondag 8 november 2009

molensteenkraag


In de tweede helft van de 16de eeuw raakten deze kragen in zwang onder invloed van de mode van de Spaanse bezetters. Vroege molensteenkragen waren stijf en regelmatig geplooid. Dit exemplaar is echter losser en rommeliger. Omstreeks 1615-1635 was dit type populair bij jonge, modieuze mannen. Dit is de enige plooikraag ter wereld die nog over is.
De molensteenkraag of lubbenkraag is een ronde kraag van geplooid wit linnen. Deze kraag was in Nederland in de mode vanaf het einde van de 16de eeuw tot en met het eerste kwart van de 17de eeuw. De lubbenkraag begon klein, maar kreeg een steeds grotere diameter, totdat hij tenslotte op een molensteen leek. Het maken van zulke grote kragen was een ingewikkeld en tijdrovend karwei, dat werd uitgevoerd door specialisten, meestal Vlaamse en Hollandse vrouwen. Voor een molensteenkraag was heel veel stof nodig, soms wel 15 meter. Meestal werd linnenbatist gebruikt, zeer fijn geweven linnen, dat vaak nog werd versierd met kloskant. Na het wassen en stijven werd de stof gerimpeld of met plooien aan een boord gezet en daarna met rondzetijzers of pijperijzers bol gestreken. De kostbare kragen werden gedragen door welgestelden, zowel heren als dames.

Geen opmerkingen: